In de klas hebben we er 'iemand' bij... 'Kato de kip'...
Neen, Kato is geen kip, maar een broedbak.
In de broedbak hebben we 15 bevruchte eitjes gelegd.
De 2 lampen in de broedbak zorgen ervoor dat het lekker warm blijft,
net zoals onder Kato de kip.
Na 21 dagen zouden er kleine kuikentjes moeten uitpikken.
Hopelijk lukt het ons.
Een echte kip draait haar eitjes regelmatig met haar snavel.
Een broedbak kan dit niet doen.
Daarom draaien wij 2 keer per dag de eitjes.
Dit moeten we heel voorzichtig doen.
Op alle eitjes hebben we een kruisje gezet.
Zo weten we welke eitjes al gedraaid zijn en welke we nog moeten draaien.
In de broedbak hangen een thermometer en een hygrometer.
Die toont ons hoe vochtig de lucht is in de bak.
De wijzer moet tussen 40 en 50 staan.
Om de lucht vochtig te houden, zetten we een potje water in de broedbak.
Op de thermometer kunnen we er goed op toezien dat de temperatuur tussen 37° en 38° blijft.
Het kwik moet nog een beetje klimmen.